Net zoals je rusthartslag en maximale hartslag zijn de limieten van je hartslagzone persoonlijk. Dit is waarom ze doorgaans uitgedrukt worden in percentages van je maximale hartslag.
Trainen in zone 1 verbetert je algemene gezondheid en helpt je om te herstellen van meer intense training.
Het voelt erg gemakkelijk. Je zou wel uren kunnen doorgaan.
Trainen in zone 2 bevordert je algemene uithoudingsvermogen: het verbetert het vermogen van je lichaam om vet als energiebron te gebruiken, met andere woorden: om vet te verbranden.
Het voelt nog altijd comfortabel en gemakkelijk. Je zou wel uren kunnen doorgaan.
Trainen in zone 3 verbetert je aerobe conditie. In zone 3 begint zich melkzuur op te hopen in je bloedbaan, maar je lichaam kan het opnieuw gebruiken als energie, waardoor dit geen effect heeft op je prestaties.
Je begint dieper te ademen en voelt een matige inspanning.
Trainen in zone 4 verbetert je uithoudingsvermogen qua snelheid en je lichaam gebruikt meer koolhydraten als bron van energie. Je lichaam kan ook beter omgaan met hogere hoeveelheden melkzuur in je bloed.
Je spieren voelen vermoeid aan en je ademt zwaar.
Trainen in zone 5 verbetert je topprestaties. Er hoopt zich heel veel melkzuur op en je zult niet meer lang door kunnen trainen.
Zeer vermoeiend voor zowel je spieren als je ademhaling.
Afhankelijk van de beoefende sport is er een zekere schommeling in hartslagzones. Wanneer mensen bijvoorbeeld met dezelfde intensiteit fietsen of hardlopen, dan is de hartslag van de fietser 5 tot 10 slagen trager dan die van de hardloper. Dit komt omdat de fietser zijn eigen lichaamsgewicht niet hoeft te ondersteunen en zijn spieren het merendeel van de beschikbare zuurstof kunnen gebruiken voor de voorwaartse beweging. Verder is hetaantal spiergroepen dat je tijdens het fietsen gebruikt kleiner. Tijdens het zwemmen is de hartslag nog lager, gewoonlijk zo'n 5 hartslagen lager dan bij het fietsen.